Sub-header-Kongskilde-CNH

Kieskeurige geit geeft voorkeur aan Kongskilde voermengwagen

Eén eigenschap kan Marco en Angela Smulders niet ontzegd worden: doorzettingsvermogen. Gestart vanuit het niets in 2001 als geitenhouders maakten ze diepe dalen mee. De geitenmelkmarkt kenmerkt zich door grote fluctuaties in uitbetalingsprijs. Momenteel is de prijs met 75 cent per liter goed te noemen, maar Smulders heeft ook moeten anticiperen op een elkprijs van 23 cent per liter. Marco: ‘Er zijn momenten geweest dat we elkaar in de ogen keken en ons afvroegen of we moesten doorgaan. Als je dagelijks geld wegbrengt, moet je echt over een lange adem beschikken.’

Marco en Angela Smulders

Marco Smulders (39) en Angela Smulders Sterrenburg (36) runnen samen in maatschap een geitenbedrijf met 970 melkgeiten en 400 opfoklammeren op een kavel van 1.6 hectare in het Brabantse Dongen. De melkproductie ligt met 1.285 liter per geit per jaar ruim boven het Nederlands gemiddelde van 1.000 liter. ‘We beschikken met een gemiddelde leeftijd van 4.8 jaar over een relatief jonge groep melkgeiten. De keuze om direct vanaf het begin met ziektevrije geiten te starten betaalt zich nu uit. Deze geiten zijn weliswaar duurder, maar vrij van bekende geitenziektes als CAE, CL, paratbc, brucellose, BVD, blauwtong en Q-koorts. Dit betekent dat we onze opfoklammeren goed kunnen afzetten. Onze ambitie is door te groeien naar 1.250 melkgeiten. Jaarlijks zijn deze goed voor pakweg 1.500 lammeren. 400 lammeren houden we zelf aan, de rest wordt verkocht.’

Het zelfstandig ondernemerschap lonkte

Terugblikkend op veertien jaar geiten houden, ziet Smulders dat ze de juiste keuzes hebben gemaakt. ‘Voordat ik in de geitenhouderij stapte, heb ik gewerkt bij een boomkwekerij en bij een loonwerker. Het zelfstandig ondernemerschap lonkte echter. Via een goede vriend kwamen we in contact met de geitenhouderij. In het weekend en tijdens vakanties molken we de geiten op zijn bedrijf. De keuze voor de geiten stond daarmee vast. We hebben wat geiten gekocht en zijn gewoon gestart. Eerst in een huurstal, sinds 2003 op deze locatie, waarbij we de oude varkensstallen met hulp van familie en vrienden geschikt hebben gemaakt voor de geiten. Tot 2007 hebben we naast de geitenhouderij in loondienst gewerkt om het financieel rond te zetten.’

De Nederlandse melkgeitensector, bestaande uit 350 professionele bedrijven, lijkt eindelijk in een stabieler vaarwater terecht gekomen te zijn.

Werd de geitenmelk tot voor enkele jaren geleden hoofdzakelijk naar Frankrijk geëxporteerd voor de verwerking in kazen, is de afzet nu veel internationaler en daarmee minder afhankelijk van één afzetmarkt. ‘Veel geitenmelk wordt tegenwoordig verwerkt in babyvoeding voor de Aziatische markt. Hierbinnen neemt geitenmelk een voorkeurspositie in, aangezien geiten als grote huisdieren hier gangbaarder zijn dan koeien. Bovendien zijn veel baby’s allergisch voor koemelk. Ook de instroom van stoppende melkveehouders is sinds de beëindiging van de melkquotering voorbij. Aangezien er nooit sprake is geweest van een geitenmelkquotum, verstoorden deze toetreders in het verleden de markt door overproductie, waardoor de melkprijs telkens onderuit ging.’

Kavelgrootte van 1.6 hectare

Met een kavelgrootte van 1.6 hectare is duidelijk dat Smulders afhankelijk is van externe aanvoer van voer. ‘De eerste vier jaar bestond het rantsoen puur uit krachtvoer. Voor 100 kilogram melk voerden we 90 kilogram krachtvoer. Lucratief voor de voerleverancier, maar niet voor ons. Toen we op de huidige locatie neerstreken was ik in gelegenheid 3 hectare land te huren en ben ik vers gras gaan voeren. Dat verliep op zich best goed, maar de samenstelling en kwaliteit van gras varieert sterk en daarmee ook de melkproductie. Een gestopte boer bood aan om ons bedrijf te voorzien van mais. Dat beviel goed. Toen een stierenboer dichtbij ook stopte met zijn bedrijf, kon ik op zijn kavel extra maissilage opslaan.

Het grote voordeel is dat mais het dure krachtvoer uit het rantsoen verdringt. We hebben in de loop der jaren goede relaties opgebouwd met vaste leveranciers. Op de huiskavel hebben we twee maiskuilen tot onze beschikking; daarnaast maken we ook gebruik van silagekuilen op twee nabij gelegen locaties: op het bedrijf van de gestopte stierenboer en bij een collega geitenhouder, Leon de Jong, waarmee ik veel samenwerk.’

Geiten zijn echte fijnproevers

‘Geiten zijn echte fijnproevers. Als ze het niet lekker vinden, halen ze hun neus er voor op. De silage moet dus echt schimmel- en zandvrij zijn. Dat is eveneens de reden dat we geen gebruik maken van najaarsgras. Dit gras heeft een veel hoger vochtigheidsgehalte, waarin zand zich makkelijk hecht. Inmiddels bestaat het basisrantsoen uit mais, gehakseld voorjaarsen zomerkuilgras, perspulp en koolzaadstro, aangevuld met krachtvoer. Het perspulp wordt, afhankelijk van het aanbod en de prijs in bulk of geperst als brok ingekocht.

10-kuubs Kongskilde voermengwagen

Met het geleidelijk groeien van de veestapel groeide ook de capaciteit van de voederverwerking. ‘Geld voor grote investeringen in mechanisatie was jaren lang niet beschikbaar. Dit betekende dat ik met gereviseerde voerwagens werkte, waaronder een 2.5 kuubs Strautmann Siloblitz voerwagen en Faresin voermengwagens (respectievelijk 4- en 8-kuubs). Het nadeel van deze wagens was dat ik niet kon wegen. Ik wist niet wat ik precies voerde. Toen de Faresin voermengwagen het medio september 2014 begaf, kwam ik via internet bij Landbouwmechanisatie Schop uit. Ze hadden een Kongskilde demo-voermengwagen beschikbaar, zodat ik direct vooruit kon. Twee maanden later werd de nieuwe 10-kuubs Kongskilde voermengwagen met afvoerband afgeleverd.’

Smulders is opgetogen over de ervaringen met de Kongskilde VM-10-B voermengwagen. ‘De melkproductie heeft zondermeer een impuls gekregen vanaf het moment dat ik met de Kongskilde voermengwagen voer. Dankzij het draadloze weegsysteem, met een bereik van maar liefst 350 meter, kan ik met verschillende loaders het mengsel op maat samenstellen. Het mengsel is homogeen en wordt met graagte door de geiten geconsumeerd, met amper restafval. Dankzij de voerband ben ik in staat nauwkeurig te doseren. Een groot voordeel, aangezien de geiten telkens van een kleine laag voer worden voorzien.

Opvallend is eveneens de beperkte benodigde trekkracht; mijn Valtra N93 kan zonder problemen en met een laag toerental van slechts 1.100 toeren per minuut het mengsel klaarmaken. Ook op de weg en op het erf gedraagt de Kongskilde voermengwagen zich comfortabel en wendbaar.

Goed voer resulteert in gezonde geiten met een goede productie.’


Meer informatie?

Wilt u meer informatie over onze voermengwagens? Neem dan contact met ons op.